Volg me op facebook Of volg me op Twitter
Sylvia Hubers
Bundels
Contact
Gebloemleesd
Links
Nieuws
Manlief schaakt
Speellijst
Vertaald
Winkelen
Links
log in
Hier moet ik ingrijpen

Hier moet ik ingrijpen, microproza, 268 stuks, in 2015 verschenen bij Uitgeverij Prometheus.

Filmpje van de serie Family Ties van kunstenares Angela Bogaard met teksten uit Hier moet ik ingrijpen.

Wat Hubers volgens mij bijzonder maakt is dat ze, als puntje bij paaltje komt, niet zwicht voor de ‘pointe’ of de getapte grap, maar in toegankelijke taal de alledaagse werkelijkheid, ogenschijnlijk met intens plezier, een zwieperd geeft en allerlei onverwachte kanten op stuurt. In het feestelijke universum van Sylvia Hubers kan alles, tot het meest onbenullige, een ruimtereis zijn, mits je geest en observatievermogen er maar voor open staat. Al met al levert dat een ‘bevrijdende’ leeservaring op, waarbij je gretig van stukje naar stukje springt.  - Hans van Willigenburg in The Post Online

Sylvia Hubers is de ongekroonde koningin van het ultrakorte verhaal, of de miniatuur, of het absurde prozagedicht, en wat er tussenin zit. - Roos van Rijswijk op Athenaeum.

Over Hubers' voordracht: Grappig en intrigerend (Het Parool); Komisch hoogtepunt (Haarlems Dagblad)

Enkele teksten uit Hier moet ik ingrijpen

Bij de Gamma

We wilden een nieuw universum in elkaar zetten, want dat wat we hadden, was niet goed. Dus wij aan de slag, met driehoekjes, vierkantjes en allemaal van dat wiskundige gedoe. Nou. Wat dacht je dat we uiteindelijk kregen?

Precies hetzelfde! Hetzelfde universum als we al hadden! We liepen naar buiten in ons nieuwe ouwe universum, kwam ons de buurvrouw tegemoet en de buurman en ze vertelden ons dat ze vandaag nieuwe tegeltjes hadden gekocht, bij de Gamma. En keken erbij alsof ze zojuist Volledig Nieuwe Perspectieven hadden aangeschaft.

 

Hoop was gericht op de onderdanen

Hoop was gericht op de onderdanen, maar zij krasten met hun nagels over de belastingpapieren, krasten zo hard dat de eerste minister het kon voelen in zijn slaap. De minister van Bijzondere Zaken waste twintig maal per dag haar handen, twintig maal, daarbij bijgestaan door haar ambtenaren, die zich twintig maal helemaal wasten, waarna zij hun blik op het westen richtten. Na het voor de negentiende keer wassen van haar handen hing de minister van Bijzondere Zaken zich op. Ze hing daar met schone handen en ze werd gered door honderd helemaal schone ambtenaren die haar reinigden, alleen al door hun bestaan. Door de omstandigheden gedreven ging iedereen weer door met het vestigen van hoop op de onderdanen. Men reinigde zich regelmatig opdat men zuivere hoop zou richten op de onderdanen. Doch de onderdanen bleven vies en onwillig, ze krasten met hun nagels iedere hoop uit het bestaan.

 

Werelden

Een dochter. Twee dochters. Een vader. Twee dochters hebben een vader. De vader zegt ja als ze vragen of hij vla wil. En ze gaan dan vla halen. Bij het vla halen kijken ze elkaar aan, de twee dochters. De vader kijkt soms langs de ene dochter en soms langs de andere dochter naar een oneindige verte - of naar iets ontzettend dichtbijs. De dochters langs wie wordt gekeken, kijken naar de vader met een onderzoekende blik. Er zijn heel veel verschillende werelden tegelijkertijd in een kamer, denkt de ene dochter. Misschien moet er meer vla komen, denkt de andere. De vader heeft beide dochters even lief. Hij heeft ze even lief en nog even hebben de dochters een vader. Er is leven na vla. En er zijn veel werelden te ontdekken.

 

Yess

Ik was veiligheidshalve getrouwd met een man die veiligheidshalve was getrouwd met zijn werk waarover wij veiligheidshalve nooit praatten. Toen we - veiligheidshalve - gingen scheiden hielden we dat voor de goegemeente geheim. Veiligheidshalve leefden we gescheiden van tafel en ook in bed namen we geen halve maatregelen. We hadden veiligheidshalve bij elkaar nog geen kinderen verwekt, dus toen we voor de vraag gesteld werden of we vertrouwen in de toekomst hadden zeiden we: Yess!

 

Met een gezond verstand

Er moet gezond verstand in de mensen komen. Wij kijken om ons heen, zien dat het ontbreken van gezond verstand toestanden teweegbrengt, zowel in als om de mensen heen. Wij kunnen de toestanden niet wegnemen. Dat kunnen de mensen alleen maar zelf, als ze voldoende gezond verstand hebben. Dus moeten we gezond verstand toevoegen waar dit in de mensen ontbreekt. Wij gaan dit doen door een klein gaatje in de mensen te boren en in dit gaatje pompen wij intelligente substantie die wij verkrijgen uit speciaal daarvoor gekweekte botervisjes. Wat zegt u? Botervisjes. Speciaal gekweekt. Die zijn dan even heel erg intelligent, dat klopt. Neenee, er is geen risico dat de botervisjes het van ons overnemen. Zielig? Ja zo denken jullie, dat het voor een botervisje onaangenaam zou kunnen zijn om eens even goed na te denken over de eigen situatie met een zo gezond mogelijk verstand.

 

Ho!

Ho! riep ik, toen de kleine jongen die aan mijn zorg was toevertrouwd de pootjes van een hooiwagen - zo'n grote niet-enge spin - van het lijf trok. De jongen keek me aan met een blik die vertaald in woorden ongeveer moest klinken als: Maar... ik ben een jongen! En jongens doen deze dingen. Dat weet je toch? Het is ons geboorterecht als jongens om uit te proberen hoe ver we met de ons omringende wezens kunnen gaan! Niettemin zette de kleine jongen de rest van de spin terug op de vensterbank. Vier pootjes sleepten zich voort om het werk, het belangrijke werk van spinnen voort te gaan zetten. En daarmee had ik, als meisje, ook mijn geboorterecht laten gelden, mijn geboorterecht als meisje om de schade die wordt toegebracht door jongens enigszins te beperken.

 

Intens gelukkig met niets

Ik ben intens gelukkig met niets. Op een stoel zitten, met niets, en te luisteren naar het zingen van vogeltjes is voor mij genoeg om gelukkig te zijn. Dat is lekker makkelijk, en ook nog goedkoop!, hoor ik u denken. Maar dat is niet zo. Denk u eens in: het bezitten van een stoel is eigenlijk al niet niets. En dan het zitten: daar is energie voor nodig, energie uit eten en drinken en hoe kom je daar aan? Om niet te spreken van de huur van de kamer waar de stoel zich in bevindt en die nodig is om niet van het niets te worden afgeleid door regen en wind. Als ik dat allemaal heb, stoel, energie, kamer, moeten we de vogeltjes nog aan het zingen krijgen. Wat een gesleep met vetbolletjes, nestkastjes, pindakoorden. Maar dan kan ik gaan zitten. En wanneer ik zo stil ben geworden dat ik het niets kan waarnemen - wat een enorme tijdsinvestering is dat, stil worden van binnen - vind ik in het luisteren naar het gefluit van de vogeltjes mijn gelukzalige niets. Nou, er is dan dus al heel wat werk verricht. Gelukkig ben ik dan wel een tijdje helemaal gelukkig. Totdat het circus weer begint dat voortdurend om mijn verlangen naar niets ronddraait.


In de pers:
Haarlems Dagblad Straatjournaal Tijdschrift EI The Post Online
Te koop bij:
Kennemer Boekhandel
Hinderickx & Winderickx
Boekhandel Schimmelpennink